Details
253 p.
Besprekingen
De Morgen
Het is 1997 wanneer we met de 16-jarige Jay Lim, zijn twee zussen en zijn ouders van een stad in Maleisië naar een vervallen boerderij vlak bij de hoofdstad Kuala Lumpur reizen, die zijn moeder Sui recentelijk van haar schoonvader erfde. Het is zinderend heet, droogte teistert de oogsten en de ooit weelderige boomgaard. Maar voor Jay worden het onverwacht idyllische weken.
Thuis wordt hij - niet de stoerste jongen, die hopeloos slecht in sport is - gepest. Hier werkt hij ijverig mee met de landarbeiders, die hem accepteren, én heeft hij een erotische klik met Chuan, die drie jaar ouder is. Chuan is de stoere zoon van Fong, de boerderijbeheerder annex ondergeschoven halfbroer van Jays vader. De aarzelende toenadering en tedere overgave tussen de twee jongens levert fraaie, klassieke coming-of-agescènes op.
Voor de volwassenen ziet het leven er aanzienlijk minder zonnig uit. Jays vader Jack, een autoritaire bullebak en universitair wiskundedocent, is kort daarvoor ontslagen en vreest dat de boerderij een financiële strop wordt.
Stadsglamour
Zijn vrouw en voormalig studente Sui worstelt met hun liefdeloze huwelijk en haar loyaliteitsgevoelens, omdat ze als arme Chinese immigrant ooit door de welvarende familie Lim werd 'gered'.
Fong, die warme herinneringen koestert aan de even clandestiene als liefdevolle relatie van zijn ouders, is verlaten door zijn echtgenote. Zij ruilde het uitzichtloze plattelandsbestaan in voor de stedelijke glamour van Singapore. Boven al die persoonlijke verwikkelingen hangt de dreigende schaduw van een diepe economische crisis.
Zijn vierde roman moest een vuistdikke great Asian novel worden, vertelde Tash Aw (1971) in interviews, tot hij zich realiseerde dat dat een 'hypermasculiene' onderneming was. Het zuiden werd een compacte beschrijving van twee zomerweken met de kracht van een epische familieroman.
Aw maakt er, heen en weer springend in de tijd en tussen personages, een fascinerende verhalenmozaïek van, met oog voor sociale misstanden als racisme en de armoedekloof. Met de teleurstellingen van de oudere generatie en de hoopvolle verwachtingen van de jongere als terugkerend contrast. En met Jays stem en ontwikkeling als het kloppende emotionele hart.
Die ontwikkeling kunnen we vermoedelijk overigens blijven volgen, want, fijn nieuws: Het zuiden blijkt het eerste deel van een gepland romankwartet.
De Standaard
Zijn epen nog van deze tijd? De Chinees-Maleisische schrijver Tash Aw vindt van niet. Elke poging om de geschiedenis te vatten in een verhaal zonder aarzeling, voortgestuwd door een alomvattend weten, lijkt hem een macho-onderneming. En dus is zijn verhaal over de familie Lim verkaveld in een kwartet van vier romans, waarvan de eerste, Het zuiden, net is verschenen.
Het verhaal leest als een intieme en intense studie van de adolescentie, aan de hand van de ervaringen van de zeventienjarige Jay. Het speelt zich af aan het begin van een wintervakantie eind jaren 90. Wiskundeprofessor Jack Lim, zijn vrouw Sui Ching en hun drie tienerkinderen vertrekken vanuit Kuala Lumpur naar een verlaten boerderij die Jacks onlangs overleden vader uitdrukkelijk heeft nagelaten aan Sui Ching. Het gezin moet nu beslissen wat te doen met het waardeloze stuk land en de ongelukkige beheerder ervan, Fong, die bovendien Jacks buitenechtelijke halfbroer is.
Het boerenleven is zwaar. Een aanhoudende droogte zorgt voor een slechte oogst en nog meer schulden. Ook de dichtstbijzijnde stad verkeert in crisis, vooral een gevolg van de Aziatische financiële crisis van 1997, die zowel Maleisië als de buurlanden hard trof.
Maar niet iedereen is ontevreden over de weken op het platteland. Tienerjongen Jay voelt zich verbonden met de natuur en beleeft een bijzondere eerste liefde met de negentienjarige zoon van Fong. Voor zijn moeder biedt de vakantie de ruimte om na te denken over haar liefdeloze huwelijk.
Waar zij en Jay tijdelijk vrijheid vinden op het platteland, geldt voor de bewoners het tegenovergestelde. Fong, die zijn vrouw verloor aan de verleidingen van Singapore, zit in financiële problemen en beseft dat hij “zijn hele leven in een doos heeft gezeten, zich daar nooit van heeft kunnen bevrijden”. Hetzelfde geldt voor zijn zoon Chuan, die wanhopig wil ontsnappen aan zijn geboorteplek.
Klasse
Het zuiden is de vijfde roman van Aw, die eerder onder meer De zijdehandelaar (2005), Vijfsterrenmiljardair (2013) en Wij, de overlevenden (2019) publiceerde. De rode draad doorheen dat autobiografisch geïnspireerde oeuvre zijn thema's als migratie, klasse en identiteit. Aws beide grootvaders waren eerstegeneratiemigranten uit China. Materieel succes wilden ze, en middenklassejobs voor hun kinderen. “Alles wat daaraan voorafging,” zo vertelde de schrijver onlangs in een interview met Monocle Radio, “wilden ze vergeten. Bijgevolg waren er grote putten vol stilte - iedereen wist dat er tal van dingen aan de hand waren in de familie - depressies, zelfdodingen - maar niemand die daarover sprak. In mijn werk probeer ik die putten te dempen.”
Aw werd geboren in Taiwan, maar groeide op in Maleisië. Het gros van zijn verwanten woonde op het platteland, maar zelf verkasten zijn ouders met hun kinderen naar Kuala Lumpur. Ze stuurden hun zoon naar Groot-Brittannië voor een opleiding, en na zijn studies verbleef Aw een tijd in Shanghai, om zich uiteindelijk in Parijs te vestigen. Daar viel hem meteen op hoe weinig de modale Europeaan wist van de verschillende Aziatische culturen en hun geschiedenis. Met zijn romans over het leven onder de Japanse bezetting of als Bengaalse migrant in de Maleisische hoofdstad zoomt hij in op die onbekende realiteiten.
Bovendien houdt Aw ervan om de gemeenschappen waaruit hij stamt - de Zuid-Chinezen, het Maleisië van zijn jeugd - te stangen. Zo schetst hoofdpersonage Jasper Lim zijn enigmatische vader Johnny in zijn debuut, De zijdehandelaar, als “een leugenaar, een bedrieger, een verrader, een rokkenjager, en wel van de beste soort”. Voor Chinezen is dat ongehoord: de xiao of ouderlijke piëteit is immers een van de belangrijkste confucianistische deugden waarop de maatschappij is gestoeld.
Ook Het zuiden begint met een rimpeling: de roman opent met een beschrijving van Jays eerste geslachtsdaad - terwijl homoseksualiteit in Maleisië ook anno 2025 nog streng verboden is. Er staat twintig jaar celstraf op, alsook stokslagen en geldboetes. Op een publicatie in Maleisië moet Aw met deze roman alvast niet rekenen. Maar hier wordt nu al uitgekeken naar het vervolg op het verhaal van de Lims.
De Volkskrant
De nieuwe roman van Tash Aw, Het zuiden, vormt het begindeel van een gepland vierluik over de Chinees-Maleisische familie Lim, dat zich uitstrekt over meerdere decennia, met terugblikken tot aan het begin van de 20ste eeuw.
De cyclus, hoewel opgezet als fictie, is autobiografisch geïnspireerd, met hoofdpersoon Jay Lim als een ankerpunt waarin we regelmatig eigenschappen en ervaringen van de auteur herkennen.
Voor wie zijn eerdere werk kent, zijn de thema's die Aw in Het zuiden aan de orde laat komen vertrouwd. Het zijn zaken die hem - stammend uit een Chinese familie, opgegroeid in Maleisië en opgeleid in Groot-Brittannië - aan het hart zijn gebakken. Onzekerheid over de eigen identiteit, wankelende sociale en intermenselijke verhoudingen, het verlangen het verleden te ontstijgen en een diepgeworteld gevoel van schaamte over de eigen achtergronden.
In zijn bekendste roman, het voor de Booker Prize genomineerde Vijfsterrenmiljardair (Five Star Billionaire, 2013), portretteert Aw vijf personages die de belichaming vormen van de Aziatische economische bloei en de sociale verschuivingen die daarmee gepaard gaan.
De roman geeft onder meer uiting aan Aws overtuiging dat het koloniale verleden van Maleisië een op allerlei niveaus aanwezig schaamtegevoel heeft veroorzaakt dat het makkelijkst kan worden overwonnen door simpelweg zo rijk mogelijk te worden. Aw weet waarover hij het heeft. In de jaren twintig van de vorige eeuw trokken zijn grootouders, op de vlucht voor hongersnood en politieke instabiliteit, van zuidelijk China naar Maleisië, waar veel mensen van Chinese afkomst tot de dag van vandaag tot de sociaal zwaksten behoren en te kampen hebben met discriminatie.
Hoewel Het zuiden zich op alleszins vertrouwd terrein begeeft, heeft de roman een uitgesproken fris en vitaal karakter. Waar de personages in Vijfsterrenmiljardair soms een beetje zetstukken leken in een betoog over onder meer materialisme en blinde ambitie, zijn ze in Het zuiden complexer en overtuigender.
De roman is, onnadrukkelijk maar niet zonder betekenis, gesitueerd in 1997, aan het begin van de Aziatische economische crisis. Er hangt verandering in de lucht. Het gezin Lim - vader Jack, moeder Sui Ching, dochters Lina en Yin, zoon Jay - reist vanuit centraal Maleisië af naar het zuiden, vlak bij de grens met Singapore. Grootvader van vaderszijde is overleden en heeft zijn boerderij met twintig hectare grond nagelaten. Het gezin inspecteert hoe het nieuwverworven bezit erbij ligt.
De verwachtingen zijn niet hooggespannen: het landgoed zou vooral bestaan uit verwilderde struiken en een beetje landbouwgrond, onderhouden door de aftakelende manager Fong, een halfbroer van Jack, en diens zoon Chuan.
Maar land is land, en voor wie deel uitmaakt van een familie die de armoede van China is ontvlucht, is het een bezit dat moet worden gekoesterd. Al snel blijkt dat de boerderij nauwelijks meer levensvatbaar is. Lange periodes van droogte hebben een verwoestende invloed gehad, de meeste bomen dragen hooguit armoedige, half-verrotte vruchten en veel andere zijn ziek.
Maar voor de 16-jarige Jay vormt het miserabele landgoed het decor waarin hij de kans krijgt zich los te maken van de knellende familieband en zijn eigen identiteit te ontdekken. Dankzij de drie jaar oudere Chuan wordt hij zich bewust van zijn homoseksuele geaardheid. Hij drinkt zijn eerste biertje, rookt zijn eerste sigaret, leert een brommer besturen. Hoewel het boek slechts een tijdspanne van enkele weken beslaat, heeft Het zuiden elementen van een bildungsroman.
Voor Jay en zijn iets oudere zussen is het verblijf in het zuiden een snelkookpan van veranderingen. Van hunkering naar de toekomst, van bevrijding, van verlangen naar het moment dat het 'echte leven' begint.
Tegen de achtergrond van deze sfeer van Grote Verwachtingen speelt zich het verval af van de oudere generatie. Vader Jack, grijs en fragiel, blijkt vlak voor het vertrek naar het zuiden te zijn ontslagen van de technische school waar hij als onderbetaalde wiskundeleraar werkzaam was. Het huwelijk tussen hem en Sui Ching stelt niets meer voor. En het land moet worden verkocht. Misschien kan een projectontwikkelaar er buitenhuizen neerzetten voor rijke Singaporezen.
Het zuiden wordt afwisselend in de eerste en derde persoon verteld door een terugblikkende verteller ('Als ik in latere jaren weleens iets over haar te horen kreeg...') die soms samenvalt met Jay, maar soms ook alwetend is. Het is een uitdrukking van Aws overtuiging dat het leven geen coherent en continu, maar een gefragmenteerd verhaal is.
Naar verluidt ontmoeten we Jay in deel twee als student in Groot-Brittannië. Deze lezer deelt zijn Grote Verwachtingen.