Eefjes vader wou haar bij de geboorte een bijzonder cadeau geven. Hij ging op zoek naar een fee. Door toeval en omstandigheden zoals het in verhalen al weleens gaat, krijgt Eefje twee bijzondere gaven cadeau door twee verschillende feeën. De eerste: Eefje zal eender welk voorwerp kunnen levend maken, iets wat Eefje al op jonge leeftijd leert. Het tweede ontdekt ze een poosje later: Eefje zal voor altijd 7 jaar oud blijven. Beide gaven blijken al snel voor- en nadelen te hebben. Vooral het voor eeuwig zeven blijven; is dat wel een mooi cadeau? De dag dat ze honderd jaar wordt zal een wending geven aan haar eeuwig-kleine-meisjes-bestaan. 

Dit is een bijzonder boek dat leest als een sprookje. Feeën, sprekende dieren, magie en toverkunst, fantasie ... Alle ingrediënten zijn aanwezig. Er is een sterke fantasie aanwezig binnen een realistisch geschetste wereld. Zo gaat Eefje in het begin naar school en leidt ze een gewoon leven. Maar haar gave om eeuwig zeven te blijven, maakt dat het naar school gaan niet meer zo vanzelfsprekend blijft. Ze blijft thuis en enige tijd later woont Eefje alleen in een huis, de ouders zijn ondertussen overleden en het is blijkbaar geen probleem als zevenjarige om alleen te wonen. Maar het is uiteraard een sprookje, een beetje eigenzinnig, een fantasie, dus we genieten vooral van het verhaal. Dat neemt ons vrij snel mee en laat niet gemakkelijk los.

Een verhaal over vriendschap en tijd, over de zoektocht naar de zin van ons leven. En dat alles in een behapbare taal en goeie scheut humor. Met heel fijne niet te overladen prenten die het verhaal mooi ondersteunen.

De auteur is tweetalig en het boek verscheen eerder ook al in het Frans.