Beetje angstig dat is alles
×
Beetje angstig dat is alles Beetje angstig dat is alles
Nederlands
© 2024
Vanaf 15 jaar
Casper is bijna achttien, voetbalt graag met zijn vaste vriendengroep, en tot nu toe was zijn leven prima. Maar op een dag wordt hij – uit het niets – misselijk, en dat blijft hem daarna regelmatig overkomen. Na een tijdje begint Casper te begrijpen dat hij angstaanvallen heeft. Maar wat moet je doen als je ‘te gezond’ bent om hulp te krijgen, en te ziek om er zelf bovenop te komen?En: hoe praat j…

Casper is bijna achttien, voetbalt graag met zijn vaste vriendengroep, en tot nu toe was zijn leven prima. Maar op een dag wordt hij – uit het niets – misselijk, en dat blijft hem daarna regelmatig overkomen.

Na een tijdje begint Casper te begrijpen dat hij angstaanvallen heeft. Maar wat moet je doen als je ‘te gezond’ bent om hulp te krijgen, en te ziek om er zelf bovenop te komen?

En: hoe praat je er in godsnaam over?

Dit boek trekt je, met zijn korte hoofdstukken, direct Caspers diepste gedachten binnen. Het is alsof hij koortsachtig fluisterend aan jou alleen vertelt over de paniekaanvallen zelf, over de met schaamte omgeven gesprekken met zijn vrienden en ouders – en dan over de ontroerende uitweg die hij uiteindelijk vindt.

Genre Romans
Onderwerp Angsten
Titel Beetje angstig dat is alles
Taal Nederlands, Noors
Oorspr. taal Noors
Oorspr. titel Litt redd, bare
Uitgever [Amsterdam]: Uitgeverij Blauw Gras, © 2024
224 p.
ISBN 9789493374027

Pluizer

Beetje angstig dat is alles
Miet Declercq - 17 juni 2025

Op een morgen tijdens het ontbijt krijgt Casper een misselijkmakende angstaanval waar hij helemaal ondersteboven van is. Een zeer onzeker gevoel overvalt hem en hij wordt bang dat de angstaanvallen zich gaan herhalen. Het gebeurt, maar hij weet niet hoe ermee om te gaan en van die dag staat zijn wereld op zijn kop. Tot dan was Casper zijn leven bijna perfect: fijne hobby's, liefhebbende ouders en de beste vrienden, van kindsbeen af.



In korte bewoordingen schrijft de zeventienjarige Casper neer hoe slecht en verward hij zich voelt, en laat hij de lezer binnen in het diepst van zijn gedachten. Zo intiem, alsof hij zachtjes luidop tot de lezer spreekt. Het is een trage vertelling, soms één zin op een pagina die een gedachte vertolkt of iets door zijn vader gezegd om over na te denken of gebeurtenissen op school. Allemaal gewone dingen, maar die sinds zijn angstaanvallen een heel ander betekenis krijgen. Hij is de weg en het vertrouwen in zichzelf kwijt: zijn vroeger leven is helemaal weg. Ook de vrienden waarmee hij de vanzelfsprekende dingen elke dag deelde, zoals school, voetbal, meisjes ... het was een aaneenschakeling van een onbezorgd leven. De bezoekjes aan de psycholoog –waarvoor hij zich diep schaamt tegenover zijn vrienden– lijken aanvankelijk weinig te helpen want zijn paniekaanvallen blijven komen. Maar na verloop van tijd komt leert Casper zelf zijn eenzaamheid te doorbreken en wordt zijn pantser dunner (zoals de psycholoog zegt: 'Je moet er zelf doorheen, Casper, maar je bent niet alleen'). Wanneer het tot een confrontatie komt met Andres (zijn beste vriend), beseft hij dat hij tekortschiet tegenover zijn beste vrienden en dat ze meer verdienen dan dat hij de laatste tijd voor hen was: een ontoegankelijke en vervelende gast.



Het is een verhaal dat onder je huid kruipt en soms zeer ontroerend binnenkomt omdat het gevoelens oproept die zo herkenbaar en authentiek zijn. Het is een boek dat je soms opzij legt, dat doet nadenken. Een ideaal verhaal om met de klas te bespreken omdat het een thema is waar al te vaak aan voorbij gegaan wordt door volwassenen. Zeker en vast een pluim voor de auteur omdat hij zo dicht bij zijn personage staat en de lezer meeneemt naar de overweldigende gevoelens van een jongen die gevangen zit in angst en eenzaamheid. En tegelijk is het een krachtig en hoopvol verhaal.



Een beklijvend boek dat ook aantrekkelijk uitgegeven is.


Trouw

In het hoofd van Casper bliksemt en regent het
Bas Maliepaard - 12 april 2025

Soms lijkt zijn hart opeens zijn borst uit te willen rennen. Terwijl Casper (17) gewoon stilstaat, bonkt het zo hevig dat zijn onderrug bezweet raakt. Vanuit zijn vingertoppen begint het getril, dat optrekt naar zijn oksels, tot zijn hele lijf schudt. Een donderwolk vult zijn hoofd, misselijkheid zijn maag. 'Ik ben mijn eigen terrorist', denkt hij, 'Mijn brein voert wrede aanvallen uit - ze worden zo gepland dat ze maximale schade aanrichten.'

Beklemmend, en voor ervaringsdeskundigen vast confronterend, beschrijft de Noorse schrijver Alexander Kielland Krag de paniekaanvallen waar zijn hoofdpersoon van de ene op de andere dag last van krijgt. Dat doet hij door het intieme fysieke proces heel precies te beschrijven, waardoor je dicht bij Casper komt en voelt hoe de angst bezit van hem neemt.

Maar ook de korte tekstblokken, van soms maar een paar regels per pagina, geven zijn relaas een hamerend ritme en de op de bladzijden geïsoleerde scènes extra nadruk.

Aanvankelijk werken ook enkele metaforen van weersomstandigheden goed om Caspers angst te vangen - het bliksemt in zijn hoofd, regent in zijn lijf, in hem is het zwaarbewolkt. Daar gaat Kielland Krag alleen zo lang mee door dat het gekunsteld begint aan te voelen en naar het eind toe zelfs een beetje op de zenuwen werkt.

Maar dat is een detail in een verder overtuigende jongerenroman, die je in z'n greep houdt, zoals de angst Casper beet heeft. Kielland Krag brengt gefocust in beeld hoe de onvoorspelbare aanvallen Caspers tienerleven en zijn zelfbeeld ontwrichten.

Hij heeft geen idee hoe de paniek opeens is begonnen. Hij was toch die relaxte jongen met vlotte voetbalvrienden? Een durfal die van feestjes en knappe meiden houdt? En nu is hij gek geworden. Tenminste, daar is hij bang voor, want 'elke gekte begint ergens'. En die gedachte versterkt natuurlijk alleen maar de onverklaarbare angst.

Met een psycholoog kan Casper praten over wat er met hem gebeurt, maar voor zijn vrienden houdt hij het verborgen. 'Niemand heeft het ooit over hoe moeilijk het is om het over iets te hebben wat moeilijk is', staat er als enige zin op een verder lege pagina. Daar gaat dit boek ook over: in hoeverre durf je je kwetsbaarheid te laten zien aan je vrienden? Durf je verder te gaan dan de alledaagse, reflexmatige zinnetjes − 'Hoe gaat het? Goed.' − die gevoelens op afstand houden?

Casper heeft het er moeilijk mee: 'We zijn trieste jongens, niet getraind in openheid, verbannen naar onze eigen gedachten', zegt hij. Dat hij leert die barrière uiteindelijk te doorbreken zonder dat de angst meteen verdwijnt, maakt dit ook een troostrijk verhaal over de omhulling van ware vriendschap.